‘Iedereen
heeft een leuk leven en een leuke baan, behalve ik’ of
‘Al mijn collega’s weten meer dan ik’ of ‘Het lijkt wel of ik de enige
ben die dit niet kan’ of ‘Wat heb ik nou eigenlijk te melden?’
Zelftwijfel
is niet bevorderlijk voor je welzijn. Zelftwijfel kan er voor zorgen dat je je
niet durft te laten zien of horen en dat je anderen geen deelgenoot maakt van
je talenten. Ja, je hebt talenten. Iedereen heeft talenten. En als jouw
talenten op een ander terrein liggen dan die van anderen, dan is dat juist
mooi, je bent uniek.
Ik sprak laatst een vrouw die zichzelf vervreemd voelde van haar collega’s, alsof ze een andere taal sprak. Zij wist namelijk de verbinding met mensen te maken op operationeel niveau, terwijl haar collega’s met name expert waren en op strategisch, meta-niveau, dachten. In plaats van zichzelf te waarderen om haar uitzonderlijke, voor de organisatie zeer bruikbare en prachtige talent, voelde ze zich dom en werd ze er onzeker van. Juist doordat ze zich wist te onderscheiden, sloeg de zelftwijfel toe.
De kans is groot dat ze deze zelftwijfel uitstraalt en vervolgens van alle kanten bevestigd krijgt. Als je namelijk niet in jezelf gelooft, waarom zou een ander dat doen?
Ik
nodig je van harte uit niet te berusten in zelftwijfel, maar deze te
onderzoeken. Waar baseer je dit idee eigenlijk op?
Er
kunnen verschillende redenen of oorzaken zijn voor zelftwijfel. Deze kan
bijvoorbeeld ontstaan doordat:
- Je je hele leven (of jeugd) te horen hebt gekregen dat je het niet goed deed, niet goed genoeg was. Dat is per definitie niet waar. Als je anders had gekund, had je dat wel gedaan. Je bent oké zoals je bent en hebt gedaan wat je kon, op ieder moment van elke dag.
- Dat er altijd meer op fouten werd gelet dan op de dingen die je goed deed. ‘Je had er acht fout’ in plaats van ‘Je had er twee goed’.
- Je zelf ook slechts let op wat er mis is, in plaats van wat er allemaal goed gaat.
- Je de neiging hebt jezelf te vergelijken met mensen die het ‘beter’ doen dan jij, in plaats van te letten op mensen die het ‘minder goed’ doen dan jij. Het gras is minder groen bij de andere buren.
- Je geneigd bent in zwart/wit termen te denken. Eén gebeurtenis of opmerking zie je onterecht als bewijs dat ’alles altijd’ mislukt.
- Je in een ‘loop’ terecht bent gekomen van zich oneindig herhalende negatieve gedachten, je innerlijke kritische stem. Besef dan dat je deze stem kunt tegenspreken. Onderzoek bijvoorbeeld die stem met het G-schema (gebeurtenis-gedachten-gevoelens-gedrag-gevolg) en bedenk alternatieve gedachten.
- Je vindt dat je minder ervaring of kennis hebt dan een ander. Bedenk dan dat iedereen ooit eens is begonnen met werken, leren of waar het dan ook over gaat. Zet gewoon de eerste stap en met de tweede stap heb je alweer meer ervaring.
- Andere talenten of eigenschappen meer gewaardeerd worden dan de jouwe. Onderzoek eerst of dit wel waar is. Bedenk vervolgens hoe interessant eenheidsworst is. Wees trots op wie je bent, ga juist op zoek naar je onderscheidende vermogen. Als het echt waar is dat jouw eigenschappen niet gewaardeerd worden, zoek dan naar een omgeving die dat wel doet. Die is er namelijk.
- Je denkt dat je de beste moet zijn. Er zijn maar weinig mensen echt de beste in iets. Waar iedereen wel de beste in is? Zichzelf zijn.
Zie
zelftwijfel niet als iets vanzelfsprekends, als iets dat bij je hoort. Onderzoek
het. Je
mag best kritisch zijn, maar wees dan ook kritisch op je zelfkritiek. Zo erg is
het echt allemaal niet.