donderdag 31 augustus 2017

Van afgunst naar harmonie

Laatst kon ik het weer eens niet laten. Ik moest toch weer even wat berichtjes checken op Facebook. En dan gebeurt het. Waar ik eerst nog met veel plezier verhalen en foto’s bekijk en een enkele like plaats, ook nog wel geïnspireerd raak door gedeelde video’s, komt er op een gegeven moment een ommekeer. Dan bekruipt me een gevoel van onrust. Al die verhalen, al die mensen die leven, genieten en delen. En ik. Ik die daar op dat moment achter mijn computertje zit, aan de zijlijn, passief. Wat maak ik nou eigenlijk van mijn leven? Binnen een paar minuten voel ik een lichte vorm van depressie. Afgunst.

Nou ben ik gelukkig wel van het snelle handelen. Ik heb geen zin om weg te zinken in negatieve gevoelens. Dus ik sluit direct Facebook af. Ik haal diep adem en pak er een inspirerend boek bij. Zoals ‘De kracht van nu’, van Eckhart Tolle. Ik lees wat ik al talloze malen heb gelezen, maar wat op een of andere manier nooit helemaal beklijft. Dat we niet onze gedachten zijn. Dat we naar onze gedachten kunnen kijken. Dat we meer zijn. Dat we meer moeten luisteren naar ons gevoel, onze intuïtie.

De belangrijkste boodschap vind je ook terug in de steeds populairdere en wetenschappelijk steeds vaker bewezen methode Mindfulness. Het gaat erom dat je je aandacht richt op het hier en nu. Meer is er niet. Verleden en toekomst zijn slechts in je gedachten aanwezig, ze bestaan niet echt. Er is alleen maar nu. Ik adem diep in en uit. Ik kijk om me heen, luister naar de geluiden, ruik, voel, proef. En ineens voel ik een geluksgevoel van binnenuit zich door mijn lijf verspreiden. Nu is eigenlijk alles goed.

Ik kan het leven van een ander niet leiden. Wil dat ook niet. Ik kan me er wel door laten inspireren (of laten afschrikken). Wat ik ook doe, is wat IK doe. En het is goed zo. Ik mag ‘fouten’ maken, dingen uitproberen, stomme dingen zeggen, of juist hele grappige. Er gebeurt eigenlijk niets dramatisch. Ja, een enkele keer, als er echt iets vervelends gebeurt, maar ook dan leef ik gewoon nog. En ergens voel ik dan alsof er iemand naar me zit te kijken en vergenoegd lacht. Misschien ben ik het zelf wel. Iemand die lacht omdat ik leef. Nu.

Ik hoef niets te forceren. Geen eindeloze to do- of bucketlists. Ik hoef geen grote verhalen te vertellen over wat ik allemaal wel niet meemaak. Ik laat me meevoeren op de stroom van mijn leven. Ik geniet van de bomen, de vogels, de wolken die voorbij drijven, mijn man en kinderen die me blij begroeten, mijn vrienden die me af en toe een berichtje sturen, een onverwacht leuke ontmoeting, een tenniswedstrijd bij veel te veel wind, een heerlijke maaltijd of een mislukte. Ik pleeg dat vervelende telefoontje waar ik zo tegenop zag (in gedachten, duidelijk niet in het hier en nu) en ben blij dat ik het doe en ook als dat weer achter de rug is en het al dan niet meeviel.

Natuurlijk val ik af en toe van mijn vlot, gaan mijn gedachten weer met me aan de haal, kan ik weer eindeloos verzinnen waarom dingen toch niet zo leuk zijn of eng. Dan verdwijnt mijn hoofd onder water, ben ik aan het spartelen en watertrappelen, maar er komt altijd weer een moment dat ik mezelf omhoog trek, ik hijs mezelf weer op dat vlot en dobber verder.  Adem in, adem uit.

donderdag 29 juni 2017

Lekker fout

Kinderen leren het best door ze te vertellen wat ze goed hebben gedaan, volwassenen leren juist van fouten. Dit komt omdat het voor kinderen heel gewoon is fouten te maken. Ze halen hun schouders op over negatieve feedback. Praten, lopen, leren lezen? Het gaat allemaal met vallen en opstaan. De hersenen van kinderen vertonen pas extra activiteit wanneer ze te horen krijgen dat ze iets goed doen. Volwassenen zijn gewend dingen goed te doen. Die kunnen heel veel dingen al. Een fout is dan een afwijking van het normale patroon, het valt extra op en hierdoor leren volwassenen juist van fouten (*).

Wij zijn in het algemeen vaak bang om fouten te maken en dat zou dan eigenlijk stilstand betekenen. Hoe leuk is het dan om, in een veilige omgeving, heel veel fouten te mogen maken. Ik laat deelnemers aan een workshop theatersport bijvoorbeeld wel eens het meest foute feedbackgesprek voeren. Zelf maak ik ook geweldig veel 'fouten' als trainingsactrice door niet een keurig verantwoord, volgens de communicatieregels gepaste reactie te geven, maar juist dat onaangepaste gedrag te tonen, of die nare reactie waar de ander bang voor is. Ik reageer in een rollenspel emotioneel, bot, vervelend, aanvallend, etc. En de ander mag ook fouten maken, zodat die direct het effect ervan kan merken.

En dan is er ook nog het regiemodel. Wat is het leven van een trainer/trainingsacteur toch leuk! Je kunt met humor zoveel bereiken. Door deelnemers aan een training een lachspiegel te bieden, een uitvergroting dan wel vervorming van de werkelijkheid, zien ze precies waar het fout kan gaan en beseffen ze tegelijkertijd hoeveel ze al goed doen.

Een tijdje geleden mocht ik samen met andere trainers van Parenticom (trainingsbureau voor kinderopvang en basisonderwijs) tijdens een studiemiddag Oudergesprekken een workshop geven aan een voorschoolse opvang. Zo'n 60 pedagogisch medewerkers werden er getraind.

Voordat we uiteen gingen in de verschillende subgroepen en workshops, was er een algemeen gedeelte waar we op interactieve wijze met de stof omgingen. Onderdeel daarvan was een sketch. Samen met collega Majanka liet ik op een humorvolle en snelle manier zien hoe het niet moet.

Als 'leidster' voerde ik een lekker direct gesprek met 'een ouder', gaf ik ongezouten mijn mening over haar kind, en ook nog over de moeder zelf, plakte er een etiket op, negeerde haar reactie en rondde ik tevreden het gesprek af. Het publiek was geschokt en wilde heel graag verbeteringen aanbrengen in mijn wijze van communiceren. Dat mocht.

Na afloop van deze act kon het publiek, via het regiemodel, aangeven hoe het gesprek beter kon. Het regiemodel is een (inter)actief en praktisch trainingsmodel dat werkt met fouten. Hierbij wordt eerst getoond hoe het niet moet en daarna kunnen deelnemers, als regisseur, het gesprek stap voor stap bijsturen. De suggesties speelden we uit zodat het effect direct zichtbaar was. Een hele leuke manier om van en met elkaar te leren. In de evaluaties werd dit onderdeel van de middag dan ook hoog gewaardeerd. Zie hier de sketch.


(*) Bron: Geen gevecht, geen gebijt, geen gegil. Het bevorderen van positief gedrag bij mensen met autisme en andere ontwikkelingsstoornissen, Bo Hejlskov Elven

woensdag 31 mei 2017

What you see is what you get

Focus je op de dingen die goed gaan en op kwaliteiten? Of is jouw kritische stem met name aan het woord en let je vooral op 'fouten' en tekortkomingen? Als je bewust kiest voor wat je zegt en denkt over jezelf en over anderen, kun je je zelfbeeld en je wereldbeeld positief beïnvloeden. En dat leeft een stuk leuker!

Rond het begin van onze jaartelling schreef Ovidius over Pygmalion, een beeldhouwer die een wit, ivoren beeld maakte van een mooie, jonge vrouw waar hij hevig verliefd op werd. Hij bad de goden dat zij hem deze vrouw gaven en Venus vervulde zijn wens. Het beeld kwam onder zijn lippen en omhelzingen tot leven en ze leefden waarschijnlijk nog lang en gelukkig.

De kern van dit verhaal is dat het beeld dat in jezelf leeft werkelijkheid wordt. Je verwachtingen komen uit. In 1968 beschreven Rosenthal en Jacobson het onderzoek ‘Pygmalion in the classroom’. Op een lagere school in California deden alle leerlingen een IQ test. De leraren kregen de uitslagen niet te zien. Hen werd verteld dat van zo’n 20 % van de leerlingen veel verwacht kon worden. De leraren kregen de namen van deze kinderen te horen. Deze namen waren echter willekeurig gekozen, ze stonden los van de resultaten van de IQ test.

Aan het eind van het onderzoek werd dezelfde IQ test gebruikt. Wat bleek? Met name bij de jongste kinderen werd heel duidelijk zichtbaar wie tot de zogenaamde veelbelovende groep had gehoord. De leerlingen waarvan de leraren dachten dat ze veelbelovend waren, scoorden significant hoger. De verwachtingen van de leraren werden een self-fulfilling prophecy, ze kwamen uit: het Pygmalion effect, ook wel het ‘observer-expectancy effect. 

Het beeld dat de leerkracht heeft, blijkt meer voorspellende waarde te hebben dan IQ-scores, de thuissituatie of eerder vertoond gedrag. Het referentiekader van de docent werkt als een filter. Het bepaalt zijn aanpak, wat hij ziet en hoe hij reageert. Zijn verwachtingen kleuren zijn waarneming en interpretatie. Maar ze hebben ook effect op de leerlingen. Doordat de leraar een bepaalde verwachting uitstraalt en ander gedrag vertoont, wordt de leerling gestimuleerd gedrag te vertonen dat overeenstemt met deze verwachting. De leraar let daarbij op de signalen die zijn beeld bevestigen (confirmatieneiging) en stimuleert dit gedrag waardoor dit nog meer bekrachtigd wordt. 

De lichaamstaal van de leraar is bemoedigender naar de leerlingen waarvan hij denkt dat deze intelligent, veelbelovend en bekwaam zijn, hij is toleranter naar hen. Bij de leerlingen die (willekeurig) als dom en lastig worden bestempeld, reageert zo'n leraar eerder kortaf, geïrriteerd en ongeïnteresseerd, wat natuurlijk effect heeft op de reactie van het kinderen. Die gedragen zich ook zoals van ze verwacht wordt.

Inmiddels mogen deze onderzoeken niet meer omdat ze schadelijk zijn voor de kinderen.
Maar stel je eens de volgende twee situaties voor:

Situatie 1: Je krijgt continu te horen dat je niets kan, ze vinden je lui of juist te druk, nergens goed voor, een hopeloos geval. Als je iets doet, wordt er gezegd: 'Nee, doe maar niet, dat kun je toch niet, laat maar.' 

Situatie 2: Je krijgt continu te horen dat je leuk en aardig bent, ze vinden je intelligent en waarderen je prestaties. Als je iets doet, wordt er gezegd: 'Wat doe je dat goed, zie je wel dat je het kan.'

Ga eens na wat voor effect het kan hebben als je vertrouwen uitspreekt en uitstraalt naar jezelf en naar een ander. Het beeld dat je voor ogen hebt kan zomaar ineens tot leven komen!

zondag 7 mei 2017

Eén dag lachen

Vandaag, zondag 7 mei, is het zover! Sinds 1998 wordt op de eerste zondag van mei de Internationale Dag van de Lach gevierd. Deze dag worden in meer dan 65 landen lachmanifestaties georganiseerd om aandacht te vragen voor vrede en het belang van de lach voor vriendschap en verbroedering.


Lachen is belangrijk voor je lichaam, je geest en voor de samenwerking. Als je lacht, produceren je hersenen endorfine. Deze neurotransmitter vermindert pijnklachten en geeft een prettig gevoel. Ook zorgt lachen ervoor dat je contacten met andere mensen beter verlopen. We glimlachen niet voor niets beleefd naar elkaar. Lachen heeft een functie, namelijk aangeven dat de ander van jou niets te vrezen heeft. Het geeft aan dat je goede bedoelingen hebt. Een beleefde lach is dan wel de minste vorm ervan. Je kunt je voorstellen wat het effect is van een echte, volle lach. Herinner je je nog hoe je vroeger slap van de lach kon zijn. Dat was nooit met iemand die je niet mocht en als dat per ongeluk toch zo was, dan mocht je die persoon vanaf dat moment wel. Heb je eenmaal met iemand gelachen, dan schept dat een band.

Bij de workshops theatersport die ik geef, wordt altijd waanzinnig veel gelachen. Laatst schoot er ook weer een deelnemer in een lachstuip waar ze nauwelijks uitkwam. Iets dat voor de meesten toch jaren geleden is. Aan het eind van de workshop hangen in de meeste gevallen deelnemers over de stoelen van het lachen.
Nu kan lachen ook een vorm van zenuwen zijn. Bij een andere (meer serieuze) training gaf een deelneemster achteraf ook aan dat ze zo hard had gelachen uit faalangst, ze was bang voor deelname aan een rollenspel. Zo'n lach kan op zo'n moment bevrijdend zijn, het zorgt er in ieder geval voor dat ik als trainer/trainingsacteur even niet met je kan oefenen. Een mooie ontsnapping, maar een gemiste leerkans.
De meeste deelnemers lachen echter van pure verwondering, schik (niet schrik) en blijdschap. Ze ontdekken onverwacht leuke kanten aan zichzelf en aan de ander. Als je je creativiteit namelijk laat stromen, als je jezelf toestaat om je kritische stem achterwege te laten, als je het serieuze (vaak dagelijkse) masker een keer laat zakken, dan ontstaan de mooiste dingen. Humor ligt om het hoekje te wachten tot je het ontdekt.

Laten we ons niet beperken tot één dag in het jaar. 'Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd' gaat misschien wat ver, maar ik ben er erg voor om vaker te lachen. Het relativeert, lucht op, verbindt, geeft je een goed gevoel, etc. Wat let je nog?

Voor organisaties in de kinderopvang is er een lachworkshop 'Feedback met de funfactor' te winnen. De lachworkshop is in de vorm van een workshop feedback en theatersport, gegeven door Parenticom, trainingsbureau voor de kinderopvang en basisonderwijs.Vanaf vandaag, niet geheel ontoevallig, is op de Facebook pagina van Parenticom een actie gedeeld in samenwerking met Kinderopvang.tevreden.nl. Je kunt hier meer informatie vinden. Kinderopvang.tevreden.nl organiseert op 15 juni een Inspiratiedag Kinderopvang, met als ondertitel: Brengt een glimlach!



Organisaties uit andere branches, niet getreurd, je kunt gewoon een training Feedback & Theatersport of een workshop Theatersport bij mij boeken. Niet-winnaars uit de Kinderopvangsector kunnen ook bij mij terecht, maar dan via Parenticom.





vrijdag 14 april 2017

Lummelen, je onbewuste potentieel

Op 15 april is het Nationale Lummeldag, als herdenking aan Leonardo da Vinci die is geboren op 15 april 1452. Deze schilder, architect, uitvinder, ingenieur, filosoof, natuurkundige, scheikundige, beeldhouwer, schrijver en componist (je zou er een minderwaardigheidscomplex van krijgen) gaf aan dat je op je onbewuste kunt vertrouwen als je een oplossing voor een intellectueel probleem zoekt. Loslaten, ontspannen en vertrouwen dat het wel goed komt.

Dit loslaten wordt aan meerdere genieën toegeschreven. Zo zou Archimedes zijn Eureka moment gehad hebben toen hij in bad zat en het idee van zwaartekracht is volgens de overlevering als een appel uit de lucht komen vallen toen Newton relaxed onder een boom zat.

Ap Dijksterhuis, hoogleraar psychologie, schreef in zijn boek Het slimme onbewuste al dat ons bewustzijn maximaal zo'n 60 bits per seconde kan verwerken. Onze zintuigen en ons onbewuste daarentegen gaan voor ongeveer 11,2 miljoen bits per seconde. Om het even in perspectief te zetten. We kunnen onbewust dus 200.000 keer meer verwerken dan bewust. Leonardo had het dus wel aardig ingezien om op zijn onbewuste te vertrouwen.

Loslaten is een van de belangrijkste principes bij theatersport. Even niet luisteren naar de kritische stem in je hoofd, maar je eerste ingeving volgen. De mooiste scenes ontstaan als mensen uit hun hoofd gaan en puur reageren op wat er gebeurt. Even tappen uit ons onbewuste, spelen als een kind. Weet je nog hoeveel fantasie je toen had? In een workshop theatersport kijken deelnemers mij vaak verbaasd aan. Ze waren vergeten hoe leuk het is om samen te spelen, realiseren zich hoe fijn het is op elkaar te vertrouwen en ontdekken weer verborgen kanten van zichzelf. 

In onze huidige maatschappij zijn we alleen maar druk, druk, druk. Al lijkt er een tendens te ontstaan om zo nu en dan te ontsnappen aan deze gekte, soms gedwongen, bijvoorbeeld vanwege een burn-out. In deze drukte valt nu Lummeldag, helaas op een zaterdag, maar toch. Voor velen is een zaterdag gevuld met klusjes, snelle boodschappen, een bezoek aan de voetbal- of hockeyvelden en de dag is alweer om. NU EVEN NIET dus. 
Wat moeten we dan doen op zo'n dag? Nou, niets dus. Alleen relaxen, genieten en vertrouwen op die geniale inval. Lummel ze!


vrijdag 31 maart 2017

1 april

Zaterdag is het 1 april, een dag om op ons hoede te zijn. Je schoenveter zit los (als je schoenen zonder veters draagt), er zit een spin in je haar, de wc is omwikkeld met plastic, je bureau staat buiten, taarten ontploffen en er zit zout in je thee.


Ik ben nog steeds boos op dat meisje uit mijn kleuterklas dat zei dat er een koe in de klas stond. Ik geloofde haar niet, maar ik moest wel de klas in. Ik hoor haar nog lachen. Zo onterecht!
En ik moet denken aan de lol die ik had als kind toen ik met een vriendinnetje het winkelcentrum in ging en we tegen iedereen riepen '1 april, kikker in je bil!' Een hele middag de slappe lach. Tja.

Volgens sommige theorieën ontstond de 1 april grap in de 16e eeuw in Nederland, geïnspireerd op een gedicht van Eduard de Dene waarin een edelman zijn personeel op die dag allerlei vreemde klusjes liet opknappen. Anderen zeggen dat de dag te maken heeft met de omzetting van de Juliaanse kalender naar de Gregoriaanse in Frankrijk, waarbij oud en nieuw van 1 april naar 1 januari werd gezet en er veel grappen uitgehaald werden met mensen die vasthielden aan de oude kalender.

Hoe dan ook, ik vind het een mooie traditie. Volgens onderzoek stimuleert humor de taalverwerkende delen en de beloningscentra van het brein. De aanmaak van dopamine, een neurotransmitter die zorgt voor een plezierig gevoel, neemt toe en stresshormonen zoals cortisol en adrenaline nemen af. Lachen maakt gezond is een cliché met een kern van waarheid.

Grappen worden in de psychologie vaak bestudeerd in het kader van pesterijen. Echter, grappen kunnen ook juist een methode zijn om iemand welkom te heten in de groep of te laten weten dat die er bij hoort. Het gebruik van humor in lessen en trainingen kan, mits het aansluit op de leerstof, ervoor zorgen dat het geleerde beter onthouden wordt. Bovendien wordt de leraar of trainer hierdoor ook als een meer competente communicator gezien. Een fijne bijkomstigheid.

Humor is ook een coping mechanisme voor stress en tegenslag. Het speelt een belangrijke rol in de weerbaarheid en overlevingskansen van mensen. Als pijn ondraaglijk is, plaats humor een buffer tussen de pijn en de persoon die deze pijn moet ondergaan. Ook speelt humor een rol bij het tegengaan van angst en depressie. In tijden van oorlog wordt galgenhumor gebruikt om het leven nog enigszins dragelijk te maken. In Nazi Duitsland was humor verboden, het werd gezien als een teken van opstand en daarom bedreigend voor het regime. Op anti-Nazi humor stond de doodstraf.

Gelukkig leven wij in een land en tijd waar grappen in het algemeen gewaardeerd worden. De meeste grappen die we uithalen bij onze vrienden en collega's worden met de beste bedoelingen gedaan, zijn niet bedoeld om schade aan te richten en geven een relativerende knipoog aan het leven.

Zo had ik jaren geleden het, vond ik, briljante idee om het parkeerprobleem van de lease auto's van het bedrijf waar ik voor werkte op te lossen door valet parking in te voeren met studenten die de auto gedurende de dag ook konden gebruiken voor taxidiensten. Ik zag de paniek al in de ogen van mijn collega's bij het idee dat hun kostbare 'bezit' zomaar ergens in het land zou rondrijden met ongure type's achterin en een gesjeesde student aan het stuur. Invoerdatum van dit nieuwe beleid had ik gezet op 1 april, dan konden ze hun autosleutels inleveren in de centrale hal. Helaas durfde de communicatie afdeling het niet aan.

Ik ben benieuwd naar de 1 april grappen van dit jaar.

woensdag 22 maart 2017

De kracht van de introvert

Mensen die hun mond houden, worden niet gehoord. Het klinkt logisch. Besluiten worden in het algemeen genomen door te volgen wat het hardst geroepen wordt. Ongeacht of dit een goed idee is. Door niet te luisteren naar personen die niet direct op de voorgrond springen, missen we een essentiële invloed, de kracht van de introvert.

De westerse wereld wordt gedomineerd door de extraverte mens. De mens die tegelijkertijd kan praten en denken en daardoor steeds net iets sneller en meer nadrukkelijk aanwezig is dan de introverte mens. De extraverte mens handelt alvorens na te denken en is vaak meer gevoelig voor verleidingen als geld en status. De bankencrisis wordt wel eens toegeschreven aan de extraverte mens die weigerde te luisteren naar de kritische geluiden van de introverte mens die nadacht over de consequenties van bepaalde financiële constructies en zich zorgen maakte. 'Ach, je moet niet zo moeilijk doen.' 'Zonder risico geen winst.' De gevolgen zijn duidelijk.

Jarenlang probeert men de introverte mens te veranderen in een extravert persoon. Alsof het natuurlijke gedrag van de introvert niet goed is. Als je de introvert extravert wilt maken, ga je voorbij aan zijn kwaliteiten, zoals: onafhankelijk denken, scherp observeren, zich kunnen verplaatsen in een ander, rustig en bescheiden zijn, goed kunnen luisteren, verbeeldingskracht, intelligentie en creativiteit. Kwaliteiten die je niet wilt missen, zeker niet als er belangrijke beslissingen genomen moeten worden.

Introversie is niet hetzelfde als verlegenheid. Verlegenheid is angst voor sociale afkeuring. Introversie is een voorkeur voor omgevingen die niet te prikkelend zijn. Vaak worden deze begrippen verward, zeker ook omdat de introvert regelmatig geconfronteerd wordt met kritiek op zijn natuurlijke staat van zijn, zijn rustige contemplatie, en derhalve sociale afkeuring verwacht.
Bij beoordelingen hoort de introvert steevast dat hij zichzelf vaker moet laten zien en horen. Iets dat de introvert vertaalt als geschreeuw om niets. Een introvert denkt dat zijn kwaliteiten voor iedereen zichtbaar zijn, dat daar geen extra aandacht voor nodig is. Omdat hij zelf ook de kwaliteiten van een ander ziet, zonder dat de ander hierover in de wandelgangen hoeft te roepen.

Introversie is niet veranderbaar, het wordt gezien als een van de meest stabiele karaktertrekken. Carl Jung schreef al over introversie en extraversie en ook in de big five van persoonlijkheidskenmerken wordt de introversie/extraversie dimensie gezien als een fundamenteel kenmerk waarop mensen kunnen verschillen.

Een introvert krijgt energie door zich naar binnen te keren, in zijn eigen wereld, om na te denken, zaken op een rij te zetten en zich zo weer op te laden. Een extravert krijgt energie door zich naar buiten te keren, onder de mensen te zijn en acties te ondernemen. Een extravert wordt blij van shoppen en daarna van feest naar feest hoppen. Een introvert vindt dit doodvermoeiend, is snel overprikkeld. Een introvert houdt wel van het gezelschap van mensen, maar heeft tijd nodig al deze indrukken te verwerken. Bij teveel prikkels raakt de introvert geagiteerd, wordt vergeetachtig, verliest zijn concentratie en kan niet meer denken.

Extraverten praten liever dan dat ze luisteren. Koetjes en kalfjes, small talk, borrelpraat? Geen probleem. Introverten luisteren juist meer dan dat ze praten en houden meer van diepgang, liefst in wat kleiner gezelschap. Een extravert bepaalt al pratend zijn mening. Een introvert vindt dat hij pas genoeg weet om een mening te vormen als hij bijna alles van een onderwerp weet. Hij wacht tot zijn mening gevraagd wordt, wil niemand onnodig lastig vallen en vindt het onbeleefd iemand te onderbreken. Een introvert zegt alleen iets als hij vindt dat het van belang is of als hij het hartgrondig met iemand oneens is. Hij bereidt zich voor voordat hij iets gaat zeggen en is daardoor trager en bedachtzamer.

Bij het spreken zullen introverten eerder oogcontact vermijden, omdat ze zich zo beter kunnen concentreren op wat ze denken. Bij het luisteren kijken ze een ander wel aan. Extraverten kijken een ander juist aan als ze praten, om te zien hoe deze reageert. Bij het luisteren vermindert bij hen het oogcontact omdat extraverten willen zien wat er in de omgeving gebeurt.

Zo'n één op de drie mensen is introvert, een stille, bescheiden adviseur. Een introvert zal er niet snel voor kiezen aandacht voor zijn standpunt te vragen of in het middelpunt van belangstelling te staan. En dat is een gemiste kans. De andere twee van de drie adviseer ik daarom wat vaker te luisteren naar deze persoon die vaak zinnige dingen te melden heeft. Gun de introvert de tijd om na te denken, nodig hem uit zijn mening te delen. Overschreeuw hem niet, maar geef hem de ruimte en luister naar wat hij te zeggen heeft. De wereld heeft behoefte aan introverte mensen als Angela Merkel, Barack Obama en de Dalai Lama. Laten we wat vaker naar elkaar luisteren. Een mens heeft niet voor niets twee oren en slechts één mond.

Gebaseerd op de boeken Stil van Susan Cain (zie ook haar Ted talk) en Introvert door het leven van Mart Olsen Laney.

woensdag 15 februari 2017

Terug in de tijd: zo jong als je je voelt

Volgens het CBS neemt het aantal 65-plussers toe van 2,7 miljoen in 2012 tot 4,7 miljoen in 2041. Hiermee wordt ook een stijging van de zorgvraag verwacht, 70 % van de 65-plussers heeft een chronische ziekte.

We verwachten dat oude mensen fysieke gebreken krijgen. We helpen ze daarom bij het tillen van zware tassen, gaan harder tegen ze praten, ondersteunen ze bij het oversteken (ook dat oude vrouwtje dat helemaal niet naar de overkant wil) en bevestigen met ons gedrag hun kwetsbaarheid en onvermogen.

In een experiment van de Amerikaanse psycholoog Bargh werd studenten gevraagd om uit vijf woorden een zin van vier woorden samen te stellen. De helft kreeg tekst met woorden gerelateerd aan bejaarden (zoals vergeetachtig, grijs, rimpels). Deze helft ging na afloop aanzienlijk langzamer lopen dan de controlegroep. Dit werd verklaard door de twee fasen van priming: de woorden bereidden voor op een gedachte: ouderdom, en die gedachte leidde vervolgens tot specifiek gedrag: langzaam lopen. Het beïnvloeden van gedrag door een idee, wordt het ideomotoreffect genoemd.

Wat nu als oudere mensen zich (deels) gebrekkig gaan voelen omdat dit hun en onze verwachting is? Omdat we ze het als het ware aanpraten? Als ik pijn in mijn rug heb, wijt ik dat aan een slechte zithouding, bij hen is het een teken van veroudering. Wat zou er gebeuren als we van oude mensen niet meer verwachten dat ze zich fysiek slechter gaan voelen?

In een experiment in 1979 testte de Amerikaanse Harvard-psychologe Langer of ze de suggestie 'ouderdom komt met gebreken' psychologisch kon manipuleren en daarmee (deels) teniet kon doen. Ze bracht een groep zeventig plussers twintig jaar terug in de tijd met behulp van een replica omgeving uit het jaar 1959. Het huis was conform die tijd ingericht met meubels, behang, kranten, radio programma's, eten en drinken, alles. Er werd niet gerefereerd naar kwaaltjes, spiegels waren verboden en ze moesten zich gedragen alsof ze daadwerkelijk twintig jaar jonger waren. Hen werd verteld dat ze zich na een week verblijf beter zouden voelen (de kracht van suggestie).
In die week gingen de ouderen zich inderdaad jonger gedragen, er werd zelfs gevoetbald. Ook voelden ze zich beter, hun gewrichten werden beweeglijker, ze konden weer beter zien, ze gingen hoger scoren op een IQ test en werden door onbekenden jonger ingeschat dan daarvoor. Doordat ze zich in gedachten afstemden op hun jeugd, werden ze jonger.

Als we onszelf nu eens gezond en jong denken, zou dit dan ook zichtbaar en voelbaar worden? En meetbaar? Het schijnt dat je, door in gedachten je spieren te trainen je spierkracht met 10 % kunt vergroten. Minder dan bij een echte training (30 %), maar toch. Als onze gedachten ons lichaam kunnen beïnvloeden, kunnen we een hoop geld besparen op de gezondheidszorg. En op de farmaceutische industrie. Weg met die gezichtscrèmes, hulpmiddelen en botox.

Ik ben benieuwd of het allemaal zo werkt. De experimenten lijken mij interessant genoeg om te herhalen. Ik ben alvast begonnen. Ik lees alleen nog over jonge, snelle types en ga in gedachten dagelijks naar de sportschool. Omdat ik jong was in de jaren tachtig kijk ik vanaf nu weer naar Knight Rider, Miami Vice en de cavia's van Fred Oster en draai de muziek van Wham en Duran Duran. En ik denk dat ik binnenkort mijn haar toupeer. Al lijk ik dan, maar misschien is dat juist goed, verdomd veel op die cavia van Fred.

maandag 6 februari 2017

Van werkstress naar werkplezier, het brein van de vis(ser)

Burn-out, depressie, stress. 36 % van het werkgerelateerde ziekteverzuim ontstaat door werkstress. Dit zijn 7.555.000 verzuimdagen of bijna 21.000 fte per jaar. Een miljoen Nederlanders heeft last van burn-out klachten. Volgens TNO zijn de oorzaken o.a. : 38% hoge taakeisen en 44 % te weinig autonomie. De moderne mens voelt steeds meer werkdruk en arbeidstevredenheid neemt af. En volgens een artikel in de Volkskrant deze week heeft de mens het brein van een vis als het op stress aankomt: de moderne tijd biedt meer prikkels dan we aankunnen.
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we gezond en met plezier ons werk doen en ons leven leven?

Het lijkt erop dat de huidige maatschappij ten onder gaat aan wantrouwen. We zijn meer bezig met controleren en sturen op cijfertjes, dan dat we erop vertrouwen dat een ander zijn werk goed zal doen. En goed betekent tegenwoordig snel, tegen zo min mogelijk kosten en met veel winst. Hoge eisen, afleidende prikkels, voldoen aan de regeltjes, weinig autonomie. We rennen onszelf voorbij. Wanneer is het tijd voor genieten? Wordt er nog wel eens een geintje gemaakt op het werk?

Pakketbezorgers douwen een pakketje in mijn handen en sprinten weer weg. Geen tijd voor een vriendelijke glimlach, een korte grap. Door, door, scoren, niet gestraft worden voor te late levering.
Op de weg ergeren we ons als onze voorligger drie kilometer onder de maximale snelheid rijdt. Dat kan harder. Dat moet harder, want we hebben haast.
Aan de kassa wordt geen praatje meer gemaakt, want de geërgerde zuchten verderop in de rij dringen door tot de kassière. Snel scannen en verder. De wereld gaat aan vlijt ten onder (Max Dendermonde, 1954).

Ik betrapte mezelf er laatst ook op, veroordelen.Toen ik langs de snelweg een aantal mensen een brug zag bouwen, viel het me op dat er meer mensen stonden toe te kijken dan dat er werkelijk iets aan het doen waren. Zo leek het tenminste. Een momentopname, een snelle conclusie, een oordeel. Het is zo gebeurd. Terwijl ik juist blij zou moeten zijn dat die mensen het zichzelf gunden even 'niets' te doen, even wat minder werkstress te ervaren. Maar ook dat is een vooroordeel, want ik weet helemaal niet of ze 'niets' aan het doen waren en wie ben ik om er een 'goed' of 'fout' label op te plakken?

We jagen elkaar op met onze werkeisen, vergelijken ons materieel gewin met elkaar, vertrouwen elkaar niet meer en klagen over alles. Net als ik hier nu.
Ik word misschien oud, maar ik verlang terug naar het praatje met de melkboer, een echte mevrouw aan het loket van de NS waar je een vraag aan kunt stellen, de grap van de jongen van de interne post op de werkvloer. In het kader van de efficiency, kostenbesparing en dodelijke concurrentie vergeten we menselijk contact. Ook in de trein kijken we elkaar niet meer aan, zeggen geen goedemorgen meer, maar we laten onze ruggen vergroeien door slechts in de virtuele wereld van onze iPhone te leven. Je mag niets missen, maar ondertussen mis je het echte leven.

Het is als het bekende verhaal van de ondernemer die kritisch keek naar de visser die in zijn bootje lag te luieren:
- Waarom ga je niet meer vis vangen?
- Hoezo?
- Dan kun je je bedrijf uitbreiden, personeel aannemen, rijk worden.
- En dan?
- Dan kun je lekker relaxen op je boot, heb je tijd om met je kinderen te spelen, voor je vrouw, vrienden, gezelligheid.
- Die tijd heb ik al, dat doe ik allemaal nu al.

Meer, meer, meer en ten onder gaan aan werkstress? Of meer rust en aandacht inbouwen, even ademen en de tijd nemen om elkaar echt te zien en te spreken, te genieten van het leven? Omdat we daar behoefte aan hebben. Ik in ieder geval. Met het brein van een vis, of van de visser.

maandag 30 januari 2017

Spelen is overleven

Buiten spelen is binnen één generatie met 71 % afgenomen. Obesitas en depressie bij kinderen nemen toe. Volwassenen voelen steeds meer werkstress en arbeidstevredenheid neemt af. Komt dit omdat we tegen onze natuur ingaan? Is er te weinig tijd voor plezier, wordt er te weinig gespeeld?

De laatste tijd komt er steeds meer aandacht voor de waarde van spelen. Onderzoek wijst uit dat spelen van evolutionair belang is. Zodra er aan de basisbehoeften is voldaan (voldoende eten, rust en veiligheid) gaan mens en dier spelen. Al zolang ze bestaan. Spel is iets dat de natuur blijkbaar belangrijk genoeg vond om eeuwenlang van generatie op generatie door te geven. Wat is dan het nut van spelen?

Dr. Stuart Brown, psychiater en klinisch onderzoeker, heeft hierover een interessant boek geschreven waaruit ik hier vrijelijk citeer. Het boek heet: Play, how it shapes the brain, opens the imagination and invigorates the soul. Aanrader!

Ten eerste is spelen plezierig. De mens kiest waar mogelijk voor plezier en voor het vermijden van pijn. Wat zou het leven zijn zonder spel: zonder sport, boeken, films, kunst, muziek, grappen, drama, flirten, dagdromen, komedie, ironie? Waarom zingen vogels, waarom dansen mensen? Omdat het leuk is. Spel geeft energie, maakt het leven lichter, zorgt voor meer optimisme, biedt nieuwe mogelijkheden, geeft ons het gevoel dat we leven.

Daarnaast is spelen nuttig. Uit onderzoek blijkt dat er bij zoogdieren een sterke positieve link is tussen het vermogen te spelen en de grootte van het brein. Er is een correlatie met de frontale cortex, het onderdeel van het brein waar planning en organisatie plaats vindt.
Spelen geeft ons de gelegenheid belangrijke vaardigheden te oefenen zonder dat ons leven er op dat moment van afhangt. Het bereidt ons voor op het leven. Spel vormt het brein, zorgt ervoor dat we ons leren aanpassen aan veranderende omstandigheden, dat empathie zich ontwikkelt, net als creativiteit, oplossingsgericht denken en innovatief vermogen. Het leert kinderen hoe de wereld in elkaar zit, hoe sociale relaties werken, ze ontwikkelen hierdoor emotionele intelligentie.

Spelen is ook bij volwassenen geen tijdsverspilling. We gaan door zes processtappen tijdens spel: verwachting, verrassing, plezier, begrip (nieuwe kennis), kracht (het beheersen) en evenwicht. Spel geeft volwassenen de mogelijkheid nieuw gedrag te oefenen, nieuwe denkwijzen uit te proberen en geeft nieuwe inzichten. Samen spelen geeft plezier en zorgt voor emotionele verbinding. Spelen is een basisvereiste voor gezondheid, welzijn en voor wat het betekent mens te zijn.

Nu speel ik in mijn werk al behoorlijk veel (rollenspel, theatersport), maar ook tussendoor is spelen waardevol. Voor de sfeer, de lol, de verbinding. Voor een online training van Have Fun in Sales namen we laatst een aantal telefonische verkoopgesprekken op. Superleuk om te doen, maar met een serieuze insteek. Tijdens een pauze hadden collega Majanka en ik behoefte ons even uit te leven. Dit werd opgenomen, zie bijgaand filmpje. Daarna konden we er weer helemaal fris tegenaan.

Laten we vaker samen spelen!




donderdag 19 januari 2017

Stop met zelftwijfel

‘Iedereen heeft een leuk leven en een leuke baan, behalve ik’ of  ‘Al mijn collega’s weten meer dan ik’ of ‘Het lijkt wel of ik de enige ben die dit niet kan’ of ‘Wat heb ik nou eigenlijk te melden?’
Zelftwijfel is niet bevorderlijk voor je welzijn. Zelftwijfel kan er voor zorgen dat je je niet durft te laten zien of horen en dat je anderen geen deelgenoot maakt van je talenten. Ja, je hebt talenten. Iedereen heeft talenten. En als jouw talenten op een ander terrein liggen dan die van anderen, dan is dat juist mooi, je bent uniek. 

Ik sprak laatst een vrouw die zichzelf vervreemd voelde van haar collega’s, alsof ze een andere taal sprak. Zij wist namelijk de verbinding met mensen te maken op operationeel niveau, terwijl haar collega’s met name expert waren en op strategisch, meta-niveau, dachten. In plaats van zichzelf te waarderen om haar uitzonderlijke, voor de organisatie zeer bruikbare en prachtige talent, voelde ze zich dom en werd ze er onzeker van. Juist doordat ze zich wist te onderscheiden, sloeg de zelftwijfel toe. 
De kans is groot dat ze deze zelftwijfel uitstraalt en vervolgens van alle kanten bevestigd krijgt. Als je namelijk niet in jezelf gelooft, waarom zou een ander dat doen?

Ik nodig je van harte uit niet te berusten in zelftwijfel, maar deze te onderzoeken. Waar baseer je dit idee eigenlijk op?
Er kunnen verschillende redenen of oorzaken zijn voor zelftwijfel. Deze kan bijvoorbeeld ontstaan doordat:

  • Je je hele leven (of jeugd) te horen hebt gekregen dat je het niet goed deed, niet goed genoeg was. Dat is per definitie niet waar. Als je anders had gekund, had je dat wel gedaan. Je bent oké zoals je bent en hebt gedaan wat je kon, op ieder moment van elke dag. 
  • Dat er altijd meer op fouten werd gelet dan op de dingen die je goed deed. ‘Je had er acht fout’ in plaats van ‘Je had er twee goed’. 
  • Je zelf ook slechts let op wat er mis is, in plaats van wat er allemaal goed gaat. 
  • Je de neiging hebt jezelf te vergelijken met mensen die het ‘beter’ doen dan jij, in plaats van te letten op mensen die het ‘minder goed’ doen dan jij. Het gras is minder groen bij de andere buren.
  • Je geneigd bent in zwart/wit termen te denken. Eén gebeurtenis of opmerking zie je onterecht als bewijs dat ’alles altijd’ mislukt. 
  • Je in een ‘loop’ terecht bent gekomen van zich oneindig herhalende negatieve gedachten, je innerlijke kritische stem. Besef dan dat je deze stem kunt tegenspreken. Onderzoek bijvoorbeeld die stem met het G-schema (gebeurtenis-gedachten-gevoelens-gedrag-gevolg) en bedenk alternatieve gedachten. 
  • Je vindt dat je minder ervaring of kennis hebt dan een ander. Bedenk dan dat iedereen ooit eens is begonnen met werken, leren of waar het dan ook over gaat. Zet gewoon de eerste stap en met de tweede stap heb je alweer meer ervaring.
  • Andere talenten of eigenschappen meer gewaardeerd worden dan de jouwe. Onderzoek eerst of dit wel waar is. Bedenk vervolgens hoe interessant eenheidsworst is. Wees trots op wie je bent, ga juist op zoek naar je onderscheidende vermogen. Als het echt waar is dat jouw eigenschappen niet gewaardeerd worden, zoek dan naar een omgeving die dat wel doet. Die is er namelijk.
  • Je denkt dat je de beste moet zijn. Er zijn maar weinig mensen echt de beste in iets. Waar iedereen wel de beste in is? Zichzelf zijn. 
Zie zelftwijfel niet als iets vanzelfsprekends, als iets dat bij je hoort. Onderzoek het. Je mag best kritisch zijn, maar wees dan ook kritisch op je zelfkritiek. Zo erg is het echt allemaal niet. 

maandag 9 januari 2017

PAD 2017

Nederland zucht en steunt. Polarisatie lijkt wel het meest gebezigde woord van de laatste tijd. Ook ik kan goed doemdenken en me druk maken over zaken waar ik niet of nauwelijks invloed op heb. Dat vreet onnodig energie en dat wil ik niet meer.
Met de start van een nieuw jaar is het tijd voor goede voornemens. Voor 2017 is dit PAD geworden:

  • Positief zijn
  • Accepteren
  • Dankbaar zijn


Positief
We zijn zo gefocust op negatief nieuws dat we het positieve nieuws uit het oog verliezen. Dat is gewoon. Mooi toch, dat het gewoon is. Laten we dit nou eens een keer waarderen. Er is zo vaak een positieve kant aan zaken te ontdekken. Dit lijkt misschien een ontkenning van het negatieve, maar het is 'slechts' een ander perspectief, de andere kant van de medaille. Het is óók waar. En als het klopt dat waar je aandacht aan geeft, groeit, dan vind ik het een beter plan om naar de positieve zaken te kijken.

Accepteren
Accepteren klinkt misschien als berusten, dat bedoel ik niet. Accepteren wil zeggen dat een situatie zich voordoet en ik actief kijk wat ik met deze situatie kan. Heb ik er invloed op? Heeft het invloed op mij? Ik ga na wat ik kan en wil doen, bewust, en doe dat. En als ik niets kan doen, dan accepteer ik het ook.
Als ik bijvoorbeeld een lekkere rustige avond wil en ik heb een verplichting, dan kies ik voor een van beide opties en accepteer die. Ik ga niet tijdens die verplichting balen dat ik niet thuis zit of thuisblijven en me schuldig voelen dat ik niet ga.

Dankbaar
Er is zoveel om dankbaar voor te zijn. Dat ik in Nederland woon, de hoeveelheid vrijheid die ik heb, een dak boven mijn hoofd, eten en drinken, vrienden, fijn werk, een gezin, de zon die schijnt of juist de mist die me omhult. Het is makkelijk om het te vergeten, maar in 2017 sta ik er bewust steeds weer bij stil.

Het jaar is nog vers, goede voornemens slijten snel, maar ik merk nu al dat het me helpt en ik wil het volhouden. Door op elk moment dat me een negatieve gedachte of een rotgevoel bekruipt even aan dit PAD te denken. Fijn 2017!